wetten.nl - Regeling - Regeling geneeskundige instanties, geneeskundigen en medische verklaringen voor de luchtvaart (2024)

2.1: Onderzoek

2.1: Onderzoek

2.1(a) De kandidaat of houder van een Europees Medisch Certificaat Klasse 3 mag geen congenitale of verworven afwijking hebben aan het cardiovasculair stelsel, die waarschijnlijk zou kunnen interfereren met een veilige uitoefening van de bevoegdheden van het toepasselijke bewijs van bevoegdheid.

2.1(b) Een standaard twaalfkanaals rustelektrocardiogram (ECG) en rapportage zijn vereist bij de initiële keuring voor afgifte van een medisch certificaat, vervolgens elke vier jaar tot de leeftijd van 30 jaar, elke twee jaar van 30 jaar tot 40 jaar en elk jaar vanaf 40 jaar of op medische indicatie.

2.1.1 Houders van ATCO licenties/bevoegdheidcertificaten dienen hun medische certificaten vanaf hun veertigste jaarlijks laten vernieuwen/verlengen. Een ECG maakt deel uit van het jaarlijkse onderzoek.

2.1(c) Inspanningselektrocardiografie is alleen vereist op medische indicatie zoals vermeld in 2.1.2.

2.1.2 Inspanningselektrocardiografie, of andere cardiologische testen zijn noodzakelijk indien:

2.1.2(a) er tekenen of symptomen zijn die wijzen op een cardiovasculaire afwijking;

2.1.2(b) voor verduidelijking van een elektrocardiogram in rust;

2.1.2(c) op verzoek van een aeromedisch specialist aanvaardbaar voor de AMS;

2.1.2(d) vanaf de leeftijd van 65 en vervolgens elke vier jaar voor Europese Klasse 3 hercertificering.

2.1(d) De rapportage van een elektrocardiogram in rust, of een inspanningselektrocardiogram dient worden uitgevoerd door specialisten aanvaardbaar voor de AMS.

2.1.3(a) Indien door de staat een bloedonderzoek wordt verlangd zoals omschreven in 6.1(b), is het ter beoordeling van de AMS om plasmalipiden te bepalen, inclusief cholesterol, ter beoordeling van aanwezige risicofactoren, (zie 6.1.1).

2.1.3(b) Een bepaling van de serum/plasma lipiden is case finding. Significante afwijkingen dienen te worden onderzocht en behandeld onder de supervisie van een specialist aanvaardbaar voor de AMS.

2.1.3(c) Een opeenstapeling van risicofactoren (roken, familiegeschiedenis, afwijkende lipidenwaarden, hoge bloeddruk, etc.) noodzaakt een cardiovasculaire evaluatie door en onder supervisie van een specialist aanvaardbaar voor de AMS, en waar nodig in samenwerking met een AMC of AME.

2.1(e) Op 65-jarige leeftijd zal de houder van een Europees Medisch Certificaat Klasse 3 opnieuw gezien worden binnen een AMC door een cardioloog aanvaardbaar voor de AMS. Deze controle zal onder andere bestaan uit een inspanningselektrocardiogram, of een vergelijkbare test, en deze testen zullen worden herhaald op medische indicatie.

2.2: Bloeddruk

2.2: Bloeddruk

2.2(a) De bloeddruk dient worden gemeten volgens de techniek in 2.2.1.

2.2.1 De systolische druk dient worden gemeten bij het verschijnen van de Korotkoff tonen (fase I) en de diastolische druk bij het verdwijnen ervan (fase V), of het elektronische meetequivalent hiervan. Als de bloeddruk en/of de hartslag in rust verhoogd is, dient er verder onderzoek worden uitgevoerd. De bloeddruk dient op verschillende tijdstippen op dezelfde manier gemeten worden, om vergelijkbare resultaten te verkrijgen.

2.2(b) Als de bloeddruk boven de 160 mm Hg systolisch en/of 95 mm Hg diastolisch is, met of zonder behandeling, dient de kandidaat (tijdelijk) worden afgekeurd.

2.2(c) Behandeling van hoge bloeddruk mag de veilige uitoefening van de privileges van het (de) toepasselijke bewijs (bewijzen) van bevoegdheid niet nadelig beïnvloeden (zie 2.2.2). Bij aanvang van medicatie wordt het medisch certificaat tijdelijk ingetrokken totdat duidelijk is dat de er geen significante bijwerkingen zijn.

2.2.2 Behandeling van hoge bloeddruk dient worden goedgekeurd door de AMS. Medicatie aanvaardbaar voor de AMS is onder andere:

2.2.2(a) non-loop diuretica;

2.2.2(b) bepaalde (meestal hydrofiele) bètablokkers;

2.2.2(c) Angiotensine Converting Enzyme (ACE)remmers;

2.2.2(d) calciumantagonisten met geleidelijk intredende, lang aanhoudende werking;

2.2.2(e) Angiotensine II receptor blokkerende middelen;

2.2.2(f) Bij aanvang van behandeling van hoge bloeddruk zal een persoon tijdelijk worden afgekeurd vanwege mogelijke bijwerkingen, totdat de bloeddruk onder controle is zonder bijwerkingen.

2.2(d) Kandidaten met symptomatische hoge bloeddruk dienen te worden afgekeurd.

2.3: Afwijkingen aan de kransslagader

2.3: Afwijkingen aan de kransslagader

2.3(a) Een kandidaat waarbij het vermoeden bestaat op een coronaire aandoening dient hierop te worden onderzocht. Een kandidaat met een asymptomatische, kleine afwijking aan de kransslagader kan overeenkomstig 2.3.1. door de AMS worden goedgekeurd.

2.3.1 Indien het vermoeden bestaat op een asymptomatische coronaire aandoening dient er een inspanningselektrocardiogram te worden verricht , indien nodig gevolgd door verder onderzoek (myocard perfusiescan, inspanningsechocardiografie, coronaire angiografie of vergelijkbare onderzoeken aanvaardbaar voor de AMS) waarbij geen myocard ischemie of significante coronaire stenose mag worden aangetoond.

2.3(b) Kandidaten met een symptomatische afwijking aan de kransslagader, of met hartklachten die medicatie behoeven dienen worden afgekeurd.

2.3(c) Kandidaten worden na een myocard infarct afgekeurd. De AMS kan iemand goedkeuren overeenkomstig 2.3.2.

2.3.2 Een asymptomatische kandidaat waarvan eventuele risicofactoren naar tevredenheid onder controle zijn, en geen medicatie nodig heeft heeft voor ischemische hartklachten dient een half jaar na het hartinfarct een volledig onderzoek te ondergaan, waaronder:

2.3.2(a) bevredigend symptoom gelimiteerd inspannings-ECG;

2.3.2(b) linker ventriculaire ejectiefractie groter dan 50% zonder significante afwijking van de wandbeweging en normale rechter ventrikel functie;

2.3.2(c) bevredigend 24-uurs ambulant ECG (Holter) en

2.3.2(d) coronaire angiografie die minder dan 30% stenose aantoont of andere beeldvormende testen waaruit blijkt dat er geen significante reversibele ischemie bestaat in een kransslagader buiten het gebied van het myocardinfarct gelegen alsmede geen functionele beschadiging van het myocardium dat door een dergelijk vat verzorgd wordt.

Jaarlijks dient er controle plaats te vinden, waaronder een inspannings-ECG of inspanningsscintigrafie. Vijf-jaarlijkse coronair angiografie moet worden overwogen, maar behoeft niet noodzakelijk te zijn, indien het inspannings ECG of andere beeldvormende testen geen verslechtering laten zien en voor de AMS acceptabel is.

2.3(d) Kandidaten die een half jaar na een coronaire bypass operatie of angioplastiek en/of stenting een goed herstel laten zien kunnen door de AMS overeenkomstig 2.3.3 worden goedgekeurd.

2.3.3 Een asymptomatische kandidaat waarvan de risicofactoren onder controle zijn en die, indien nodig, bètablokkers, ACE remmers, statines en aspirine gebruikt, en geen medicatie nodig heeft om ischemische hartklachten te onderdrukken, kan opnieuw medisch beoordeeld worden. Deze herkeuring omvat de volgende onderzoeken:

2.3.3(a) een symptoom gelimiteerd inspannings-ECG tot en met Bruce Stadium 4 of vergelijkbaar;

2.3.3(b) linker ventriculaire ejectiefractie groter dan 50% zonder aantoonbare afwijkingen van de wandbeweging en een normale rechter ventriculaire ejectiefunctie;

2.3.3(c) indien geïndiceerd een 24-uurs ambulant ECG; en

2.3.3(d) coronaire angiografie na de behandeling uitgevoerd op het moment dat de interventie tot een goed resultaat heeft geleid. Er mag geen stenose zijn van meer dan 50% in enig belangrijk deel van de kransslagaderen niet zijnde het behandelde bloedvat, of op de plaats van een angioplastiek/stent, behalve in het vat dat heeft geleid tot een infarct. Meer dan twee stenoses tussen de 30% en 50% in de kransslagaderen zijn niet acceptabel.

Het hele systeem van kransslagaderen vereist een bevredigende evaluatie door een cardioloog die voor de AMS aanvaardbaar is, hierbij dient vooral aandacht geschonken worden aan multipele stenoses en/of multipele revascularisaties.

Een onbehandelde stenose groter dan 30% in de linker hoofdstam- of proximale linker anterior descending arterie is niet acceptabel.

Jaarlijks dient het cardiovasculaire stelsel worden gecontroleerd door onder andere een inspannings-ECG of inspanningsscintigrafie. Coronair-angiografie of andere beeldvormende testen dienen worden verricht binnen vijf jaar na het event, tenzij bij non-invasieve testen, bijv. inspannings-ECG/echo, geen afwijkingen worden gevonden.

2.4: Hartritme-/geleidingsstoornissen

2.4: Hartritme-/geleidingsstoornissen

2.4(a) Kandidaten met een significante stoornis van het supraventriculaire ritme, hetzij paroxysmaal of chronisch is, dienen als ongeschikt beoordeeld worden. Een geschiktverklaring kan door de AMS worden overwogen overeenkomstig paragraaf 2.4.1.

2.4.1 Elke significante ritme- of geleidingsstoornis vereist onderzoek door een cardioloog aanvaardbaar voor de AMS en benodigde na-controles.

(a) Een dergelijk onderzoek bestaat uit:

(1) Een inspannings-ECG volgens het Bruce protocol of een equivalent. De test dient tot het maximale inspanningsniveau gaan of symptoom gelimiteerd zijn. Het Bruce stadium 4 dient gehaald worden en er mag geen significante afwijking worden geconstateerd in het ritme of de geleiding, of tekenen van myocardischemie. Overwogen moet worden om cardioactieve medicatie te staken voor aanvang van het onderzoek.

(2) 24-uurs ambulante ECG (holter) waaruit geen significante ritme- of geleidingsstoornis mag blijken.

(3) 2D Doppler echocardiogram waaruit geen belangrijke ventrikelvergroting mag blijken of een belangrijke structurele of functionele afwijking, en een linker ventriculaire ejectiefractie van tenminste 50%.

(b) Verdere evaluatie kan bestaan uit:

(1) Een herhaling van het 24-uurs ECG;

(2) elektrofysiologisch onderzoek;

(3) myocardperfusiescan, of een vergelijkbare test;

(4) cardiale MRI of een vergelijkbare test;

(5) coronair angiogram of een vergelijkbare test

2.4(b) Kandidaten met asymptomatische sinus bradycardia of sinus tachycardia kunnen worden goedgekeurd als er geen significant onderliggend lijden kan worden aangetoond.

2.4(c) Kandidaten met aantoonbare sinoatriale aandoeningen dienen een cardiologisch onderzoek te ondergaan zoals vermeld in 2.4.1.

2.4(d) Kandidaten met asymptomatische geïsoleerde uniforme ventriculaire ectopische complexen hoeven niet afgekeurd te worden, frequente of complexe vormen vereisen echter wel een volledig cardiologisch onderzoek zoals vermeld in 2.4.1.(zie para 2.4.2.)

2.4.2 Supraventriculaire of ventriculaire ectopische complexen op een elektrocardiogram in rust behoeft geen verder onderzoek, mits de frequentie aantoonbaar niet meer is dan één per minuut (bijv. op een verlengde ritmestrook)

2.4(e) Indien er geen verdere afwijkingen bestaan kunnen Kandidaten met een incompleet bundeltakblok of een stabiele linker as draaiing goedgekeurd worden. Kandidaten met een compleet rechter of linker bundeltakblok dienen een volledig cardiologisch onderzoek ondergaan zoals vermeld in 2.4.1 indien dit voor het eerst wordt vastgesteld. (zie para 2.4.3)

2.4.3(a) Kandidaten bij wie een compleet rechter bundeltakblok is vastgesteld kunnen worden goedgekeurd na gedegen onderzoek waarbij geen verdere cardiale aandoeningen worden vastgesteld. Een dergelijk onderzoek omvat:

(1) Een inspannings-ECG volgens het Bruce protocol of vergelijkbaar. De test dient worden gedaan tot het maximale belastingsniveau of symptoom gelimiteerd. Het Bruce stadium 4 dient worden gehaald en er mogen geen belangrijke afwijkingen worden geconstateerd aan het ritme of de geleiding, noch aanwijzingen voor myocardiale ischemie. Overwogen dient worden cardioactieve medicatie te staken voor aanvang van het onderzoek.

(2) 24-uurs ambulante ECG waarbij geen belangrijke ritme- of geleidingsstoornis mag worden aangetoond.

(3) 2D Doppler echocardiogram waarbij geen belangrijke selectieve kamervergroting of belangrijke structurele of functionele afwijking mag worden aangetoond met een linker ventriculaire ejectiefractie van tenminste 50%.

(b) Verder onderzoek kan bestaan uit:

(1) Een herhaling van het 24-uurs ECG;

(2) elektrofysiologisch onderzoek;

(3) myocard perfusiescan of vergelijkbare test;

(4) cardiale MRI of een vergelijkbare test;

(5) coronair angiogram of een vergelijkbare test.

2.4.3(b) Een linker bundeltak blok wordt vaker geassocieerd met afwijkingen aan de kransslagader en vereist dus nader onderzoek, mogelijk invasief. De kandidaat van een initiële keuring kan na grondig onderzoek worden goedgekeurd. In het geval van een d e-novo linker bundeltak blok bij onderzoek voor vernieuwing of verlenging kan iemand na grondig onderzoek worden goedgekeurd als er geen cardiale pathologie wordt aangetoond, Kandidaten kunnen worden goedgekeurd na een strikte nacontrole en een stabiele periode van tenminste 3 maanden. Een dergelijk onderzoek bestaat uit:

(1) Een inspannings-ECG volgens het Bruce protocol of vergelijkbaar. De test dient worden gedaan tot het maximale belastingsniveau of symptoom gelimiteerd. Het Bruce-niveau 4 moet worden gehaald en er mogen geen belangrijke afwijkingen worden geconstateerd van het ritme of de geleiding, noch aanwijzingen voor myocard ischemie. Overwogen moet worden eventuele cardioactieve medicatie te staken voor aanvang van het onderzoek.

(2) 24-uurs ambulante ECG waarbij geen belangrijke ritme- of geleidingsstoornis mag worden aangetoond.

(3) 2D Doppler echocardiogram waarbij geen belangrijke selectieve kamervergroting of belangrijke structurele of functionele afwijking mag worden aangetoond met een linker ventriculaire ejectiefractie van tenminste 50%.

(b) Verder onderzoek kan bestaan uit:

(1) Een herhaling van de 24-uurs ECG;

(2) elektrofysiologisch onderzoek;

(3) myocard perfusiescan of vergelijkbare test;

(4) cardiale MRI of een vergelijkbare test;

(5) coronair angiogram of een vergelijkbare test

2.4(f) Kandidaten met een eerste graads en Mobitz type 1 A-V blok kunnen worden goedgekeurd als er geen onderliggende pathologie aanwezig is. Kandidaten met Mobitz type 2 of compleet A-V blok dienen te worden afgekeurd. Goedkeuring kan worden overwogen door de AMS overeenkomstig 2.4.1.

2.4(g) Kandidaten met verbrede en/of nauwe complex tachycardia moeten worden afgekeurd. Goedkeuring kan worden overwogen door de AMS overeenkomstig 2.4.1.

2.4(h) Kandidaten die ablatietherapie hebben ondergaan dienen worden afgekeurd. Goedkeuring kan worden overwogen door de AMS overeenkomstig 2.4.1 (zie para 2.4.4)

2.4.4 Kandidaten die een succesvolle catheterablatie hebben ondergaan kunnen na minimaal een jaar worden goedgekeurd, mits een elektrofysiologische studie, uitgevoerd tenminste twee maanden na de ablatie, bevredigende resultaten geeft.

2.4(i) Kandidaten met ventriculaire pre-excitatie, bijv. Wolf-Parkinson-White syndroom, dienen worden afgekeurd tenzij cardiologisch onderzoek uitwijst dat de kandidaat voldoet aan de eisen in 2.4.5

2.4.5(a). De AMS kan goedkeuring overwegen als de uitslag van gericht cardiologisch onderzoek zoals vermeld in 2.4.1. bevredigend is.

2.4.5(b) Goedkeuring van asymptomatische Kandidaten met pre-excitatie kan door de AMS worden overwogen, indien elektrofysiologisch onderzoek, waaronder adequate door medicatie opgewekte autonome stimulatie geen opwekbare nieuwe tachycardia aantoont en de aanwezigheid van multipele pathways uitgesloten is.

2.4.5(c) Een Holter (24 uurs ecg recording) moet uitwijzen of er sprake is van symptomatische of asymptomatische tachy-aritmie.

2.4(j) Kandidaten met een endocardiale pacemaker dienen worden afgekeurd tenzij cardiologisch onderzoek aantoont dat wordt voldaan aan de eisen in 2.4.6.

2.4.6 Kandidaten met een endocariale pacemaker, kunnen opnieuw beoordeeld worden voor recertificatie, drie maanden na plaatsing, op voorwaarde dat,

(1) er geen andere cardiale afwijking bestaat die tot afkeuring leidt,

(2) er bipolaire leads gebruikt zijn;

(3) de kandidaat niet afhankelijk is van de pacemaker, oftewel een volledig stoppen van de hartactiviteit onwaarschijnlijk is;

(4) symptoom gelimiteerde inspanningselektrocardiografie tot Bruce stadium 4 of vergelijkbaar geen afwijking aantoont of aanwijzingen geeft voor myocard ischemie. Scintigrafie kan zinvol zijn bij de aanwezigheid van geleidingsstoornissen/pacing complexen op een rustelektrocardiogram ;

(5) regelmatige hercontrole door een cardioloog aanvaardbaar voor de AMS inclusief een pacemakercontrole en Holter monitoring indien geïndiceerd.

(6) de ervaring heeft geleerd dat de meeste problemen met pacemakers ontstaan in de eerste drie maanden na plaatsing. Goedkeuring dient dus niet plaats te vinden voor deze periode voorbij is. Het is bekend dat bepaalde apparatuur invloed kan hebben op de werking van de pacemaker. Het type pacemaker dient daarom getest worden om er zeker van te zijn dat het in de werkomgeving goed functioneert. De leverancier dient ondersteunende informatie en een verklaring van werking te verstrekken.

2.5: Algemeen

2.5: Algemeen

2.5(a) Kandidaten met een aandoening aan de perifere arteriën vóór of na operatie moeten als ongeschikt worden beoordeeld. Op voorwaarde dat er geen significant functionele letsel bestaat, kan een beoordeling als zijnde geschikt door de AMS worden overwogen, overeenkomstig 2.5.1 (a)

2.5.1(a) De AMS kan goedkeuring overwegen indien er geen aantoonbare significante coronaire aandoening bestaat, en/of aantoonbare significante atheroma elders, en geen functionele schade bestaat aan het orgaan welke door deze perifere arterie wordt voorzien. Onderzoek dient bestaan uit een inspannings-ECG en een duplex ultrasound onderzoek..

2.5(b) Kandidaten met een aneurysma aan de thoracale of abdominale aorta, vóór of na operatie, moeten als ongeschikt beoordeeld worden. Bij k andidaten met een aneurysma aan de infra-renale abdominale aorta kan een beoordeling als zijnde geschikt door de AMS worden overwogen bij keuring voor hernieuwde afgifte of verlenging, overeenkomstig 2.5.1 (b).

2.5.1(b) Door de AMS kan geschiktheid worden overwogen na operatie voor infra-renale abdominale aorta aneurysma zonder complicaties en afhankelijk van het feit of de persoon vrij is van aandoeningen aan de carotiden en coronaire circulatie.

2.5(c) Kandidaten met een klinisch significante afwijking aan de hartkleppen moeten als ongschikt beoordeeld worden.

2.5(d) Kandidaten met een minimale afwijking aan een hartklep kunnen door de AMS worden goedgekeurd na cardiologisch onderzoek volgens 2.5.1 (a) en (b).

2.5.1(c)Geschiktheid bij een niet geïdentificeerde hartruis zal door de AMS worden beoordeeld, na onderzoek door een cardioloog aanvaardbaar voor de AMS. Indien de hartruis als mogelijk significant wordt beoordeeld dient verder onderzoek 2D Doppler echocardiografie te omvatten.

2.5.1(d) Klepaandoening

(1) Een bicuspide aorta klep kan zonder restrictie worden geaccepteerd indien er geen andere cardiale aandoening of een aandoening aan de aorta kan worden aangetoond. Elke twee jaar dient opnieuw te worden gecontroleerd middels echocardiografie.

(2) Milde aorta stenose (minder dan 25 mm Hg differentiële druk of een Doppler flow rate van minder dan 2 m per seconde) kan worden worden geaccepeteerd. Jaarlijkse controle is vereist middels 2D Doppler echocardiografie, verricht door een cardioloog aanvaardbaar voor de AMS.

(3) Aorta regurgitatie is slechts acceptabel voor certificering zonder beperking indien minimaal aanwezig, zonder aantoonbare volume overbelasting. Er mag geen aantoonbare afwijking bestaan aan de ascending aorta op 2D Doppler echocardiografie. Jaarlijkse controle dient worden uitgevoerd door een cardioloog aanvaardbaar voor de AMS

(4) Aandoeningen van de mitralis klep (reumatische mitralis stenose) leiden in de regel tot afkeuring. Mitralis leaflet prolaps en milde mitralis regurgitatie kunnen acceptabel zijn. Aan kandidaten met geïsoleerde mid-systolische click kan een geschiktheid zonder restricties worden verstrekt. Kandidaten met ongecompliceerde milde regurgitatie kunnen worden goedgekeurd indien er regelmatige cardiologisch nacontrole plaatsvindt.

(5) Kandidaten met aantoonbare volume overbelasting van de linker ventrikel door verhoogde linker ventriculaire eind-diastolische diameter dienen worden afgekeurd.

2.5(e) Kandidaten met cardiale klep vervanging/herstel dienen te worden afgekeurd. In bepaalde gevallen kan de AMS besluiten tot goedkeuring na cardiologisch onderzoek overeenkomstig 2.5.1. (e).

2.5.1(e) Klepoperaties

(1) Asymptomatische Kandidaten kunnen door de AMS als geschikt worden beoordeeld twee maanden na een klepoperatie bij:

(i) normale klep- en ventrikel functie beoordeeld met 2D Doppler echocardiografie;

(ii) een bevredigende symptoom gelimiteerde inspanningselektrocardiografie, of een equivalent;

(iii) aantoonbare afwezigheid van coronaire aandoeningen tenzij deze bevredigend is behandeld door revascularisatie.

(iv) Geen cardioaktieve medicatie wordt gebruikt.

(v) Jaarlijkse cardiologische evaluatie plaatsvindt inclusief een inspannings-ecg en een echocardiografie, uitgevoerd door een cardioloog, die door de AMS kan worden geaccepteerd.

(2) Kandidaten met geïmplanteerde mechanische kleppen kunnen geschikt worden bevonden indien de antistollingstherapie adequaat is ingesteld. De leeftijdsfactor maakt deel uit van de risicobeoordeling.

2.5(f) Orale antistollingstherapie voor DVT of longembolie is reden voor afkeuring. Longembolie vraagt volledig onderzoek. Antistolling ter behandeling van thrombo-embolismen leidt tot afkeuring. Kandidaten kunnen worden goedgekeurd door de AMS in overeenstemming met 2.5.2.

2.5.2. Na een volledig onderzoek en in het geval van antistollingstherapie voor DVT of longembolie, kan de kandidaat door de AMS worden goedgekeurd als de antistollingstherapie is gestabiliseerd en goed onder controle is, na een rapport van een betreffende specialist aanvaardbaar voor de AMS. Subscutane heparine behandeling kan acceptabel zijn na een bevredigend rapport van de betreffende specialist aanvaardbaar voor de AMS. Antistolling voor mogelijke arteriothrombo-embolie leidt tot afkeuring.

Antistolling voor het voorkomen van arteriothrombo-embolie bij chronisch of paroxysmale atriumfibrilatie is toegestaan als de antistollingstherapie stabiel is en er regelmatig correct wordt gecontroleerd op INR waarden.

2.5(g) Kandidaten met een afwijking aan het pericardium, myocardium of endocardium moeten worden afgekeurd totdat er een volledige herstel is opgetreden of na cardiologisch onderzoek overeenkomstig 2.5.3.

2.5.3 Afwijkingen aan het pericardium, myocardium of endocardium, primair of secundair, leiden in het algemeen tot een beoordeling als zijnde ongeschikt, totdat klinisch herstel opgetreden is. Cardiovasculair onderzoek door een cardioloog aanvaardbaar voor de AMS zouden kunnen omvatten: 2D Doppler echocardiografie, inspanningselektro-cardiografie, 24-uurs ambulante elektrocardiografische monitoring, myocard scintigrafie en coronaire angiografie.

2.5(h) Kandidaten met een aangeboren hartafwijking, vóór of na corrigerende chirurgie, dienen over het algemeen te worden beoordeeld als zijnde ongeschikt. Kandidaten met een minimale afwijking kunnen worden goedgekeurd door de AMS na cardiologisch onderzoek overeenkomstig 2.5.4.

2.5.4 Aangeboren hartafwijkingen waaronder die, die operatief zijn gecorrigeerd, zullen normaal leiden tot afkeuring, tenzij functioneel onbelangrijk en er geen medicatie nodig is. Cardiologische beoordeling door de AMS is noodzakelijk. Onderzoek kan bestaan uit Doppler echocardiografie, inspanningselektrocardiografie en 24-uurs ambulante elektrocardiografische monitoring. Regelmatig cardiologische nacontrole is noodzakelijk. De frequentie hiervan is afhankelijk van het oordeel van een cardioloog aanvaardbaar voor de AMS.

2.5(i) Een kandidaat die cardiale of hart/long transplantatie heeft ondergaan moet als ongeschikt worden beoordeeld.

2.5(j) Kandidaten met recidiverende vasovagale syncope dienen te worden afgekeurd. De AMS kan goedkeuring overwegen voor kandidaten met een medische voorgeschiedenis van syncope overeenkomstig 2.5.5.

2.5.5 Kandidaat die recidiverende episodes van syncope hebben doorgemaakt dienen het volgende te ondergaan:

(a) een symptoom gelimiteerde 12-kanaals inspannings-ECG tot Bruce stadium IV, of vergelijkbaar, waarbij een specialist aanvaardbaar voor de AMS oordeelt dat er geen zichtbare afwijkingen zijn. Als de ECG in rust afwijkend is, is myocardiale scintigrafie/inspanningsechocardiografie noodzakelijk.

(b) Een 2D Doppler echocardiogram waarbij geen belangrijke selectieve kamervergroting of structurele noch structurele afwijkingen worden aangetoond aan het hart, de kleppen of het myocardium.

(c) 24-uurs ambulante ECG opname waaruit geen geleidingsstoornis blijkt, noch complexe of aanhoudende ritmestoornissen noch aantoonbaar myocard ischemie.

(d) en kan een tilttest omvatten uitgevoerd volgens een standaard protocol waarbij de cardioloog aanvaardbaar voor de AMS geen aantoonbare vasomotorische instabiliteit vaststelt.

Nader neurologisch onderzoek is in de meeste gevallen geïndiceerd.

wetten.nl - Regeling - Regeling geneeskundige instanties, geneeskundigen en medische verklaringen voor de luchtvaart (2024)
Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Nathanial Hackett

Last Updated:

Views: 6063

Rating: 4.1 / 5 (52 voted)

Reviews: 83% of readers found this page helpful

Author information

Name: Nathanial Hackett

Birthday: 1997-10-09

Address: Apt. 935 264 Abshire Canyon, South Nerissachester, NM 01800

Phone: +9752624861224

Job: Forward Technology Assistant

Hobby: Listening to music, Shopping, Vacation, Baton twirling, Flower arranging, Blacksmithing, Do it yourself

Introduction: My name is Nathanial Hackett, I am a lovely, curious, smiling, lively, thoughtful, courageous, lively person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.